Op de gangen van Deltion College in Zwolle is veel reuring. In de aangrenzende lokalen is echter rust. Verscholen tussen beeldschermen en technische installaties zit Rick Lubberts (24). Laptop op tafel, petje op zijn hoofd en vermoeide ogen. ,,Ik was mijn werk als stratenmaker zat”, vertelt hij. ,,Een kameraad van me werkte als monteur. Nu zijn we collega’s.”
Rick is eerstejaarsstudent OV-installatie, hij werkt aan de openbare verlichting. Zijn weken bestaan uit vier werkdagen en iedere maandag komt hij naar Zwolle om binnen nu en twee jaar zijn technisch diploma te halen. ,,Ik was aan het begin echt bekaf”, blikt hij terug op zijn nieuwe opleiding. Het was al zes jaar geleden sinds hij een studie volgde. ,,Regelmatig heb ik gedacht: laat mij maar lekker een parkeerplaatsje aanleggen, daar word ik minder moe van. Maar ja, stratenmaken is echt te zwaar werk.”
Niet alleen het fysieke aspect is een reden dat Rick terug de schoolbanken in ging. ,,Als ik straks klaar ben, ga ik er financieel erg op vooruit. Als stratenmaker zat ik al aan mijn plafond.”
In die zin biedt de techniek meer mogelijkheden. ,,Na mijn opleiding zit ik al op hetzelfde salaris als wat ik kreeg als stratenmaker, en wanneer ik cursussen doe kan ik stappen blijven maken. Hoe meer ik leer, hoe meer ik verdien. Dan is de techniek de ideale sector, omdat het maar blijft doorontwikkelen.”
‘Meer geld’
Rick zegt te merken dat het druk is op het werk. ,,Je moet iedere dag je productie halen. En mijn baas zoekt altijd mensen voor erbij.” Wanneer hij niet op school zit, werkt Rick veel voor gemeentes. Hij vervangt de openbare verlichting. ,,Dat is een gigantisch project, omdat op heel veel plekken de verlichting duurzaam moet worden. Niet alleen lantaarnpalen, maar ook gebouwen of in tunnels.”
Ondanks de drukte op zijn werk ziet Rick ook de voordelen van de personeelstekorten in. ,,Doordat er zo weinig mensen in de techniek werken, kan je ook meer geld vragen voor je werk. Voor mij is het dus niet zo erg dat er mensen nodig blijven.”
Bol-student
Kay van Steenbergen is 17 jaar en gek van alles wat mechanisch is. Hij zit in het tweede van in totaal drie jaar van de studie mechatronica. ,,Op stage zie ik dat ik één van de jongere werknemers in de techniek ben. Ik zie vooral mannen van in de veertig. Misschien is er daarna minder interesse gekomen om met je handen te werken.”
Wel ziet Kay steeds meer jongeren in de techniek opduiken. En dan met name op het mbo. ,,Ze zijn tegenwoordig minder gemotiveerd om naar het hbo te gaan. Ze willen geld verdienen en komen erachter dat je als hbo’er niet per se meer verdient dan een mbo’er die in de techniek werkt. Ook met een mbo-2 of mbo-3 kan je best een eind komen.”
Proeven
Omdat hij een voltijdopleiding volgt, heeft Kay minder ervaring met de werkdruk die Rick ervaart. Hij ziet dan ook veel voordelen van een bol-opleiding. ,,En als je naar school gaat leer je ook wat je écht wil, of wat juist niet. Misschien is school niet het leukste, maar het moet wel als je in je leven iets wil opbouwen.”
En in de techniek liggen veel kansen. ,,Middelbare scholen moeten techniek wel een stuk meer promoten”, vindt Kay. ,,Geef kinderen de kans om van alles wat te proeven, want dat gebeurt te weinig.” Dat hij zelf de techniek ingerold is, dankt hij aan zijn vader, die een motorsportzaak heeft. ,,Maar niet alle kinderen hebben dat thuis. Daarom moeten ze er op school al mee in aanraking komen.”
Kay weet immers een groot voordeel van zijn sector te noemen. ,,Het mooie van de techniek is dat je er zo veel kanten mee op kan. Ze zeggen weleens: de techniek staat nooit stil.” Dat is precies wat Rick onderschrijft. ,,Het werk hier is nooit af. Als je je wil blijven ontwikkelen, dan moet je echt in de techniek zijn. Je kan er nog goed geld mee verdienen ook. Dat is toch mooi man?”