Toppers van Transdev: Bart Leeflang

“Het was zo gezellig dat ik ben blijven hangen

Bart Leeflang (39) is diagnosetechnicus (“zeg maar gewoon monteur hoor!”)


Ze zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het straatbeeld, maar eigenlijk rijden ze nog niet eens zo gek lang rond: onze elektrische bussen. De stille, uitstootloze voertuigen hebben de afgelopen jaren in veel Transdev-gebieden hun voorgangers die op diesel of gas reden vervangen en we zijn hard op weg richting een volledige Zero Emission-vloot in 2030. Niet alleen voor de chauffeurs is de overgang naar elektrisch soms even wennen, maar ook voor de monteurs die dagelijks het onderhoud verzorgen. Bart Leeflang (39) is diagnosetechnicus (“zeg maar gewoon monteur hoor!”) op de Connexxion-stalling Schiphol-Noord, waar sinds 2018 volledig elektrisch wordt gereden. “Het grote verschil met de oude bussen is de hoogte,” vertelt Bart glimlachend, “je zit vaker bovenop de bus dan dat je eronder ligt!”

“Het was zo gezellig dat ik ben blijven hangen"

Techniek trok Bart al van jongs af aan, vertelt hij: “brommertjes, skeltertjes, knutselen met elektra; die interesse is er altijd wel geweest, ja. Ik zat op de Land- en Tuinbouwschool, gek genoeg niet om daadwerkelijk iets met land- of tuinbouw te gaan doen. Ze hadden er een fantastische technische opleiding en daar ging ik voor.” Voor die opleiding moest Bart een stage gaan volgen en zodoende kwam hij in 1999 terecht bij de Connexxion-werkplaats in Uithoorn, wat het begin zou zijn van zijn loopbaan bij ons bedrijf. “Het was zo gezellig dat ik ben blijven hangen,” grapt hij. “Na Uithoorn heb ik bij veel verschillende werkplaatsen gewerkt. Zeist, Nieuwegein, Haarlem. Ooit was er zelfs sprake van dat ik op Texel zou kunnen werken. Maar omdat ik toen nog geen rijbewijs had, ging dat helaas niet door. Inmiddels heb ik wel een rijbewijs, maar zit ik hier prima op mijn plek.” 

Toch is het werk waar Bart inmiddels meer dan 20 jaar ervaring heeft, wel enigszins veranderd de laatste jaren. De reden? De komst van de elektrische bussen. “In plaats van kleppen stellen, zitten we nu met een laptop op de bus. In plaats van olie verversen, stoppen we nu één keer per jaar een tot de gram afgemeten hoeveelheid vet in de elektrische motor. Het was wel even wennen, maar het heeft het werk hoogstens ‘anders’ gemaakt. Zéker niet minder leuk. En een bijkomend voordeel: mijn handen waren voorheen een stuk viezer,” vertelt hij opgewekt terwijl hij zijn handen naar voren steekt.  

“Wat voor mij het leukste aspect is aan het werken aan deze bussen, is het uitzoeken waar een probleem zit en hoe het opgelost kan worden. Natuurlijk is er ook standaard onderhoud, zoals banden vervangen of nieuwe remmen monteren, maar geef mij maar de puzzels.” Ondanks dat computers snel kunnen registreren waar een probleem (mogelijk) zit, komt er nog steeds kennis en ervaring van de monteurs aan te pas, legt Bart uit: “weten waar het probleem zit, is de eerste stap. Maar zie dan nog maar eens uit te vinden hoe je het kan oplossen. Op het moment zelf kan ik zo’n bus soms wel vervloeken. Maar achteraf, als het laatste puzzelstukje is gevonden, voelt het toch wel weer als een beloning dat de bus weer klaar is voor de volgende dienst.” 

We zijn klaar voor de toekomst

In 2018 werden alle dieselbussen op Schiphol-Noord vervangen door totaal 100 elektrische bussen van het Nederlandse VDL. Dat was een mooi moment om de werkplaats goed onder handen te nemen, vertelt Bart. “De werkplaats was veel kleiner en krapper. Je liep elkaar in de weg en er was weinig ruimte om goed te kunnen werken. Toen de nieuwe bussen werden aangekondigd, hebben we van de gelegenheid gebruikt gemaakt en de hele werkplaats vernieuwd. Het was een project waar ik zelf veel tijd en energie in heb gestoken, maar ik ben trots op het resultaat. Het is schoner, groter, lichter en voorzien van allerlei technische hoogstandjes waardoor we veilig en efficiënt kunnen werken. Denk aan valbeveiliging voor als we op de bussen werken en nieuwe, krachtige busliften. Het is veel moderner geworden.”

Naast het onderhoud aan de bussen zelf, hebben Bart en zijn collega’s ook inmiddels de kennis en bevoegdheid om onderhoud te plegen aan de laadinstallaties. “Dat zijn leuke klusjes,” zegt Bart. “Onze bussen laden op met een pantograaf, een soort arm die vanaf het dak van de bus omhoog komt en verbinding maakt met een kap die metershoog hangt. Die kappen moeten bijvoorbeeld wel eens vervangen worden. Dat doen we dan met een hoogwerker. Het zal je nog verbazen hoe groot die krengen zijn,” vertelt hij lachend. “Al met al hebben we laatste jaren veel ervaring opgedaan met elektrische bussen en alles wat daaromheen bij komt kijken. We zijn klaar voor de toekomst.”